De Amerikaanse consumentenprijzen zijn in januari zo sterk gestegen dat de inflatie in de Verenigde Staten het hoogste niveau in circa veertig jaar heeft bereikt. Volgens nieuwe cijfers van de Amerikaanse overheid was het leven afgelopen maand gemiddeld 7,5 procent duurder dan een jaar terug. In december ging het nog om 7 procent. Daarmee is de inflatie zelfs harder aangetrokken dan economen in doorsnee hadden verwacht.
Net als bijvoorbeeld in Nederland zijn het vooral de energieprijzen en de prijzen van voedsel die de inflatie aanjaagden. Zonder die twee was evenwel nog altijd sprake van een verhoging van het prijsniveau van 6 procent. Ook voor deze zogeheten kerninflatie gaat het om het hoogste niveau sinds 1982.
Volgens kenners is de situatie in de VS anders dan in Europa. Dat komt doordat aan de overzijde van de Atlantische Oceaan ook al tekenen van een zogeheten loon-prijsspiraal te zien zijn, waarbij bedrijven de lonen voor werknemers extra sterk opschroeven en zo de inflatie nog meer aanjagen.
Op de financiële markten worden de inflatiecijfers van de grootste economie van de wereld scherp in de gaten gehouden. Dat komt omdat de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, binnenkort waarschijnlijk de rente gaat verhogen om de hoge inflatie te beteugelen. Het is daarbij niet ondenkbaar dat de Fed dit in hoog tempo gaat doen, met meteen een relatief grote rentestap. Dat is iets dat beleggers liever niet zien gebeuren, want dat kan gevolgen hebben voor de waardering van aandelen.
In januari weigerde Fed-baas Jerome Powell na de beleidsvergadering van de Fed opties uit te sluiten. De standaardaanpak van hoge inflatie is om de rente op te schroeven. Daarmee wordt het interessanter om te sparen dan te investeren en verdwijnt er zo geld uit de economie. Ook moeten bedrijven meer betalen om geld te lenen, wat eenzelfde afremmend effect heeft.