Bij het bevriezen van Russische miljarden die in Nederland zijn gestald, ontbreekt het aan regie. Verschillende instanties die met de opsporing van vermogens van oligarchen en andere rijke gesanctioneerde Russen zijn belast wijzen te veel naar elkaar en daarmee stokt de aanpak. Dat zei Lousewies van der Laan, directeur van de Nederlandse afdeling van anti-corruptieorganisatie Transparency International in het tv-programma Buitenhof.
Volgens De Nederlandsche Bank is door Nederland nu zo'n 200 miljoen euro aan vermogen bevroren. Dat staat in schril contrast met bijvoorbeeld België waar al beslag is gelegd op zo'n 10 miljard euro aan Russische tegoeden.
Van der Laan is hoogst verbaasd over de Nederlandse aanpak. Zeker omdat het via Nederland door middel van allerlei constructies mogelijk was om geld weg te sluizen. "Nederland is altijd het centrum geweest van dit soort geldstromen", aldus Van der Laan.
Volgens de voormalige Europarlementariër voor D66 is de regie te verdeeld en moet de politieke druk opgevoerd worden. Alleen al in het kabinet is deze kwestie volgens haar verdeeld over vier ministers. Daarnaast wijzen instanties als De Nederlandsche Bank, de FIOD, de Douane, de Autoriteit Financiële Markten, het Openbaar Ministerie en anderen te veel naar elkaar.
Uit onderzoek van het Financieele Dagblad kwam naar voren dat in Nederland alleen al zo'n 45 miljard euro geparkeerd staat van personen en organisaties die op de zwarte lijst van Europese Unie staan. Om het bevriezen van de Russische tegoeden te versnellen is Transparency International eerder met aanbevelingen gekomen. Een daarvan is transparantie. Zo moet er beter inzicht komen over wie eigenaar is van bedrijven. "Door de opgetuigde constructies is nu bijna niet te achterhalen wie erachter zit", aldus Van der Laan.
Ook moet er regie komen. "Er moet helder zijn wie wat doet." Van der Laan pleit ook voor aansluiting bij internationale initiatieven en het eventueel instellen van een "war room" zodat de aanpak beter wordt gecoördineerd. We hebben wat goed te maken. Werk aan de winkel", besluit Van der Laan.