De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn vrijdag met verliezen het weekend in gegaan. Vooral het aandeel Apple leverde flink in, na sombere analistenrapporten over de techreus. Beleggers op Wall Street verwerkten verder de kwartaalcijfers van grote bedrijven als General Electric (GE) en Honeywell.
De Dow-Jonesindex sloot 0,8 procent lager op 24.462,94 punten. De breder samengestelde S&P 500 leverde 0,9 procent in, tot 2670,14 punten, en technologiebeurs Nasdaq verloor 1,3 procent op 7146,13 punten.
Apple was met een min van 4,1 procent verreweg de grootste verliezer in de Dow. Diverse analisten zijn met uiterste voorzichtige voorspellingen over onder meer de verkoop van de iPhone gekomen. Apple kreeg donderdag al klappen nadat de Taiwanese chipgigant TSMC een tegenvallende prognose had afgegeven. TSMC is 's werelds grootste maker van smartphonechips voor bedrijven als Apple, Samsung en Huawei.
General Electric (GE) was daarentegen erg in trek, met een plus van circa 4 procent. Divisies voor luchtvaart en gezondheid leverden het industrieel concern het afgelopen kwartaal meer omzet op. GE houdt daarbij vast aan zijn winstverwachting voor het hele boekjaar 2018.
Ook de resultaten van Honeywell konden beleggers bekoren. Het industriebedrijf ging op de beurs een kleine 2 procent omhoog. Speelgoedfabrikant Mattel speelde daarentegen bijna 4 procent kwijt. Beleggers verwerkten het plotselinge vertrek van topvrouw Margo Georgiadis.
Telecombedrijven AT&T en Verizon eindigden respectievelijk 0,4 en 1,1 procent in de min. Volgens een bericht van The New York Times zou de Amerikaanse justitie onderzoek doen naar vermeende kartelafspraken waarbij de twee zijn betrokken.
Ook werd bekend dat bank Wells Fargo 1 miljard dollar betaalt in een schikking met toezichthouders over wanpraktijken bij de afdelingen die autoleningen en hypotheken verstrekken. Beleggers schrokken daar niet van en het aandeel noteerde 2 procent hoger.
Een tweet van de Amerikaanse president Donald Trump zorgde verder voor beroering in de oliesector. Trump liet weten kunstmatig hoge olieprijzen niet langer te accepteren. Een vat Amerikaanse olie werd voor 0,1 procent meer verhandeld, op 68,38 dollar. Brentolie werd juist 0,1 procent goedkoper op 73,71 dollar per vat. De euro was 1,2283 dollar waard, tegen 1,2278 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.