Apple is dinsdag gestegen op de aandelenbeurzen in New York. Persbureau Bloomberg meldde dat het techconcern uit Cupertino stopt met het jarenlange project voor de ontwikkeling van een eigen auto. Veel personeel dat daarbij betrokken was, wordt overgeheveld naar de divisie voor kunstmatige intelligentie (AI) binnen het bedrijf. Het aandeel eindigde 0,8 procent hoger.
Ontslagen door de beslissing zouden niet zijn uitgesloten, al is niet bekend hoeveel mensen mogelijk moeten vertrekken. Bij de start van het project zo'n tien jaar geleden wilde Apple een auto bouwen die zelfrijdend zou zijn. Het voertuig zou bovendien spraakgestuurde navigatie krijgen. Vorige maand meldde Bloomberg al, eveneens op basis van bronnen, dat die plannen waren bijgesteld. In plaats van een zelfrijdende auto zou Apple nu werken aan een elektrische auto.
Wall Street liet verder een wisselend beeld zien. De Dow-Jonesindex eindigde 0,3 procent lager op 38.972,41 punten. De brede S&P 500 steeg 0,2 procent tot 5078,18 punten en techgraadmeter Nasdaq sloot 0,4 procent hoger op 16.035,30 punten.
Zoom Video Communications maakte een koerssprong van 8 procent. De videochatdienst, die enorm populair werd tijdens de coronapandemie, behaalde meer omzet dan verwacht in het vierde kwartaal. Het bedrijf wist daarnaast iets meer grote zakelijke klanten te trekken dan in het derde kwartaal.
Whirlpool won 0,4 procent. Het Amerikaanse bedrijf achter de keukenapparaten van het merk KitchenAid is van plan om dit jaar een nieuwe espressomachine op de markt te brengen. Onder meer dat apparaat moet ervoor zorgen dat de verkopen van het bedrijf verbeteren. "Het gemak om thuis je favoriete espresso of koffiedrank te kunnen maken, is wat we nastreven", zei uitvoerend vicepresident van KitchenAid Ludovic Beaufils in een toelichting.
Warner Bros. Discovery steeg 1,8 procent. Ingewijden hebben zakenzender CNBC verteld dat de plannen van het entertainmentconcern om concurrent Paramount over te nemen niet meer doorgaan. Het aandeel Paramount eindigde 1,4 procent hoger.
De euro was 1,0844 dollar waard, tegen 1,0853 dollar bij het slot van de beurzen in Europa. Een vat Amerikaanse olie steeg 1,4 procent in prijs tot 78,66 dollar. Brentolie werd 1,1 procent duurder en kostte 83,41 dollar per vat.