De AEX-index op het Damrak zette het herstel vrijdag voort onder aanvoering van staalfabrikant ArcelorMittal en techinvesteerder Prosus. Beleggers gingen weer over tot de orde van de dag, nu het gevaar van wanbetaling door de Verenigde Staten is geweken. Zowel het Huis van Afgevaardigden als de Amerikaanse Senaat hebben het akkoord over de verhoging van het schuldenplafond van de overheid goedgekeurd. Daardoor is voorkomen dat de VS voor het eerst in de geschiedenis zonder geld zouden komen te zitten.
De belangrijkste vraag is nu wat de Federal Reserve later deze maand met de rente gaat doen. Beleggers hopen dat de Amerikaanse centrale bank het rentetarief in de grootste economie ter wereld niet verder zal gaan verhogen. Verschillende beleidsmakers van de Fed hebben de afgelopen tijd gehint op een mogelijke pauze in het beleid van renteverhogingen. Aangezien de situatie op de arbeidsmarkt een belangrijke rol speelt in het rentebeleid van de Fed zal dan ook scherp worden gelet op het Amerikaanse banenrapport, dat later op de dag verschijnt.
De AEX boekte rond het middaguur een winst van 0,7 procent op 761,58 punten. De MidKap steeg 1,7 procent tot 922,57 punten. De beurzen in Frankfurt, Parijs en Londen wonnen tot 1,2 procent.
Vooral de grondstoffenbedrijven waren in trek. ArcelorMittal dikte 4,6 procent aan en bij de middelgrote bedrijven stegen metalengroep AMG en roestvrijstaalmaker Aperam 3,5 procent. Prosus profiteerde van de stevige koerswinsten in de Chinese techsector en werd 3,7 procent hoger gezet.
Ook verzekeraar Aegon deed goede zaken met een koerswinst van 2,5 procent. ASR (min 2,2 procent) noteerde ex dividend. Dat betekent dat het aandeel van de verzekeraar geen recht meer geeft op het dividend over de afgelopen periode.
De chipbedrijven ASMI, Besi en ASML behoorden tot de schaarse dalers in de AEX met minnen tot 1,2 procent. Verlichtingsbedrijf Signify (plus 4,5 procent) was de sterkste stijger in de MidKap dankzij een koopadvies door Kepler Cheuvreux. Fitnessketen Basic-Fit, flitshandelaar Flow Traders en apothekersbedrijf Fagron waren de enige verliezers, met minnen tot 0,4 procent.
De euro was 1,0764 dollar waard, tegen 1,0749 dollar een dag eerder. De olieprijzen gingen verder omhoog in aanloop naar de vergadering van oliekartel OPEC+ komende zondag. Een vat Amerikaanse olie werd 1,4 procent duurder op 71,09 dollar. Brentolie kostte ook 1,4 procent meer, op 75,28 dollar per vat.