Nederland en de rest van Europa dreigen achterop te raken in de wereld, vreest ASML-topman Peter Wennink. Om dat te veranderen is volgens hem een duidelijke visie nodig van de overheid, maar die mist hij. "We hebben veel losse oplossingen, maar die zijn niet met elkaar verbonden", zei de bestuursvoorzitter van de belangrijke chipmachinefabrikant maandag op de TU Eindhoven. "De overheid moet een langetermijnvisie geven. Die is er niet, het ontbreekt aan focus."
Wennink toonde zich tijdens de opening van het academische jaar bezorgd over het verdienvermogen van Nederland en andere Europese landen. Hij pleitte voor meer samenwerking en het nemen van meer risico's om de concurrentiestrijd met andere machtsblokken aan te kunnen. "Als je kijkt naar de grote transities, dan zie je dat dingen sneller gaan in andere delen van de wereld."
De Verenigde Staten nemen volgens Wennink nu duidelijk de leiding als het gaat om technologie, terwijl landen in Oost-Azië zich specialiseren op het gebied van hernieuwbare elektriciteit, elektrische auto's en batterijen. "Over twintig jaar koop je een Chinese auto en Japanse materialen, want daar zijn zij beter in", schetste Wennink. Dat is volgens hem een probleem. "En daar kunnen we iets tegen doen, want we hebben wereldklasse bedrijven en onderzoekers."
De overheid moet vooral een faciliterende rol spelen, vindt de topman van ASML. Daar is wat hem betreft ook een betere samenwerking tussen verschillende ministeries voor nodig.
In de "zelfgenoegzaamheid" in de samenleving zelf ziet Wennink ook een probleem. Volgens hem zijn we met zijn allen te "dik, dom en blij" geworden.