Japanse autofabrikanten werden donderdag lager gezet op de aandelenbeurs in Tokio door de plannen van Brussel om de CO2-uitstoot in de Europese Unie te verminderen. De aanhoudende stijging van het aantal coronabesmettingen in de Japanse hoofdstad, waar vanaf 23 juli de Olympische Spelen worden gehouden, zorgden eveneens voor koersdruk op de aandelenmarkt. Beleggers bleven verder voorzichtig in afwachting van het begin van het cijferseizoen in Japan.
De hoofdindex in Tokio, de Nikkei 225, ging 1,2 procent lager de dag uit op 28.279,09 punten. Isuzu Motors en vrachtwagenfabrikant Hino Motors, een onderdeel van Toyota, zakten rond 2,6 procent. Nissan daalde 2 procent. Als het aan de Europese Commissie ligt verdwijnen benzine- en dieselauto's binnen vijftien jaar uit de Europese showrooms. Toyota deed het wat beter met een min van 0,4 procent. Fast Retailing verloor ruim 1 procent voorafgaand aan de resultaten van de eigenaar van kledingketen Uniqlo. Camerafabrikant Nikon was de grootste daler met een verlies van 6 procent.
De Chinese beurzen wonnen terrein na een stroom van macro-economische cijfers. De graadmeter in Shanghai noteerde tussentijds 0,8 procent in de plus en de Hang Seng-index in Hongkong steeg 1,1 procent. De Chinese economie groeide in het tweede kwartaal iets minder sterk dan verwacht, maar de winkelverkopen en de industriële productie namen in juni juist sterker toe dan voorzien. De Kospi in Seoul won 0,4 procent na het besluit van de Zuid-Koreaanse centrale bank om de rente ongewijzigd te laten op 0,5 procent.