De Aziatische aandelenbeurzen lieten donderdag overwegend flinke verliezen zien. Uit cijfers van marktonderzoekers Caixin en Markit bleek dat de Chinese industrie in augustus is gekrompen. Eerder wezen officiële cijfers van de Chinese overheid ook al op een krimp van de omvangrijke industriële sector van het land. De Chinese fabrieken kampen met coronalockdowns in bepaalde delen van het land en verplichte energiebesparingen vanwege de ergste hittegolf in decennia.
De Nikkei in Tokio noteerde op de eerste dag van de nieuwe beursmaand 1,6 procent lager. De Japanse yen zakte daarbij tot het laagste niveau sinds 1998 ten opzichte van de dollar door het vooruitzicht van verdere stevige renteverhogingen in de Verenigde Staten, die de koers van de dollar ondersteunen. Ook de chipsector stond in de belangstelling na het nieuws dat de Amerikaanse chipbedrijven Nvidia en AMD van Washington geen chips op het gebied van kunstmatige intelligentie meer mogen verkopen aan China. Het aandeel Nvidia ging daardoor in de nabeurshandel op Wall Street flink omlaag.
De Hang Seng-index in Hongkong leverde 1,5 procent in en de Kospi in Seoul verloor 1,9 procent. De All Ordinaries in Sydney raakte 1,6 procent kwijt. De beurs in Shanghai hield het hoofd boven water met een plus van 0,2 procent. De zwakke industriecijfers uit het land voeden de hoop dat Beijing meer steunmaatregelen zal nemen om de op een na grootste economie ter wereld uit het slop te trekken.