De Aziatische aandelenbeurzen gingen dinsdag overwegend omlaag. Beleggers verwerkten het besluit van de Australische centrale bank om de rente verder op te schroeven tot 0,85 procent. Een maand geleden werd de rente in Australië al voor het eerst sinds november 2010 verhoogd om de hoge inflatie in het land te bestrijden.
De All Ordinaries in Sydney zakte 1,4 procent na het rentebesluit. Beleggers schrokken van het feit dat de rente met een half procentpunt werd verhoogd, terwijl de meeste economen hadden gerekend op een nieuwe renteverhoging met een kwart procentpunt. Het was daarmee de grootste renteverhoging sinds 2000. Ook liet de centrale bank doorschemeren de rente in de toekomst verder te zullen verhogen.
De Nikkei in Tokio hield het hoofd boven water en eindigde 0,1 procent hoger op 27.943,95 punten. De Japanse exportbedrijven profiteerden van een daling van de Japanse yen, die het laagste niveau in twintig jaar bereikte ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Een goedkopere yen maakt de producten van Japanse bedrijven in het buitenland goedkoper.
SoftBank dikte 1 procent aan. De Japanse techinvesteerder profiteerde van de koerssprong van de Chinese taxidienst Didi, waarin het bedrijf een belang heeft. Didi werd maandag bijna een kwart meer waard op Wall Street na een bericht van zakenkrant The Wall Street Journal dat de Chinese autoriteiten deze week hun onderzoek naar de taxidienst zullen afronden en de taxi-app weer in de appstores mag worden opgenomen.
De andere Chinese techbedrijven lieten een gemengd beeld zien. Webwinkelconcern Alibaba klom dik 1 procent en internet- en gamebedrijf Tencent daalde 1 procent in Hongkong. Maaltijdbezorger Meituan zakte bijna 2 procent na de recente forse koerswinst die volgde op beter dan verwachte resultaten van het bedrijf. De Hang Seng-index in Hongkong noteerde tussentijds ruim 1 procent in de min en de beurs in Shanghai verloor een fractie.