De Aziatische aandelenbeurzen lieten maandag overwegend kleine verliezen zien. Beleggers bleven voorzichtig na de kortdurende opstand van de Wagner Groep, die wordt gezien als een directe uitdaging voor het gezag van de Russische president Vladimir Poetin. China heeft zijn steun betuigd aan de Russische regering en volgens de Amerikaanse buitenlandminister Antony Blinken laat de muiterij van de Wagner Groep "scheuren" zien in de autoriteit van het Kremlin.
De muitende huurlingen van Wagner rukten zaterdag op naar Moskou, maar maakten rechtsomkeert toen hun leider Jevgeni Prigozjin instemde met een voorstel dat volgens de betrokken partijen bloedvergieten moest voorkomen. Een adviseur van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky zei maandag geen aanwijzingen te hebben dat het Wagner-huurlingenleger de conflictgebieden in Oekraïne heeft verlaten.
De olieprijzen gingen licht omhoog door de onrust in Rusland, een grote exporteur van grondstoffen als olie en gas. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,3 procent meer op 69,35 dollar en Brentolie werd 0,4 procent duurder op 74,12 dollar. Beleggers keken verder ook uit naar de jaarlijkse bijeenkomst van wereldwijde centrale bankiers in het Portugese Sintra, die later op de dag begint.
De Nikkei in Tokio kende een schommelend verloop en noteerde kort voor sluiting van de beurshandel 0,3 procent in de min. De grote Japanse handelsonderneming Marubeni behoorde tot de grootste dalers met een verlies van ruim 2 procent. Autofabrikant Honda daalde 1 procent na tegenvallende jaarcijfers. Concurrent Toyota klom 1 procent.
De hoofdindex in Shanghai stond tussentijds 0,7 procent lager en de Hang Seng-index in Hongkong verloor 0,1 procent. Het Chinese webwinkelconcern JD.com zakte dik 2 procent en internet- en gamesbedrijf Tencent daalde 0,6 procent. De All Ordinaries in Sydney leverde 0,6 procent in. De Kospi in Seoul hield het hoofd boven water en klom 0,5 procent, mede dankzij een koerswinst van 1 procent van het Zuid-Koreaanse tech- en chipconcern Samsung.