De Aziatische aandelenbeurzen gingen vrijdag omhoog ondanks de lagere slotstanden op Wall Street. Beleggers trokken zich op aan uitlatingen van de Chinese autoriteiten dat het zwaartepunt van de coronagolf in het land achter de rug is. Dat zorgde voor optimisme over de heropening van de Chinese economie. Het land begon begin december al met het versoepelen van het strenge coronabeleid maar kampte sindsdien met een grote golf van coronabesmettingen, waardoor de heropening werd vertraagd.
In China begint op zondag 22 januari ook het Chinees Nieuwjaar. De Chinese aandelenmarkten zijn vanwege de viering daarvan volgende week de hele week dicht. Ook de beurs in Hongkong blijft een aantal dagen gesloten. De beurs in Shanghai noteerde in aanloop naar de lange vakantieweek 0,7 procent hoger en de Hang Seng-index in Hongkong dikte 1,5 procent aan. Vooral de Chinese techbedrijven werden opgepikt na de recente koersverliezen. Alibaba, Tencent en Meituan wonnen tot 5 procent.
De Chinese centrale bank hield in aanloop naar het Chinees Nieuwjaar de belangrijke rentetarieven op leningen met looptijden van een en vijf jaar ongewijzigd, op respectievelijk 3,65 en 4,3 procent. Het was voor de vijfde maand op rij dat de rentetarieven onveranderd bleven. Economen verwachten wel dat de rentetarieven in de toekomst zullen worden verlaagd aangezien de centrale bank heeft beloofd de door de corona-uitbraken getroffen economie verder te ondersteunen.
In Tokio ging de Nikkei 0,6 procent hoger het weekeinde in. In Japan is de inflatie in december opgelopen tot 4 procent ten opzichte van een jaar geleden. Dat is het hoogste niveau sinds 1981. De Bank of Japan liet eerder deze week al weten dat de inflatie in heel 2022 rond de 3 procent zal uitkomen, maar in 2023 weer zal afnemen tot 1,6 procent. Aangezien de inflatie daarmee ruim onder de doelstelling van 2 procent zal uitkomen hield de centrale bank deze week het rentetarief ongewijzigd. De Kospi in Seoul won 0,5 procent en de All Ordinaries in Sydney klom 0,2 procent.