De aandelenbeurs in Amsterdam deed donderdag een stap terug. Ook de andere Europese beurzen stonden in het rood. Op het Damrak viel het kwartaalbericht van bouwer BAM in de smaak. Daarnaast verwerkten beleggers nog het besluit van de Amerikaanse Federal Reserve, die de rente conform verwachting ongewijzigd liet.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 0,3 procent in de min op 554,43 punten. Bij de hoofdfondsen noteerde Unilever ex-dividend. De MidKap zakte 0,5 procent tot 790,68 punten. De beurzen in Londen, Parijs en Frankfurt verloren tot 0,3 procent.
Bij de middelgrote bedrijven ging BAM aan kop met een plus van 3,8 procent. Het bouwconcern heeft zijn opbrengsten in het eerste kwartaal opgekrikt. Daarnaast nam de orderportefeuille met ongeveer een half miljard euro toe en herhaalde BAM zijn verwachting dat de brutowinst in 2018 rond de 2 procent zal stijgen.
Intertrust stond onderaan in de MidKap met een min van 6,4 procent. Blackstone, die Intertrust in het najaar van 2015 naar de beurs bracht, verkoopt een deel van zijn belang in de financieel dienstverlener aan institutionele beleggers.
Sterkste daler in de AEX was verzekeraar Aegon met een verlies van 1,6 procent. Verlichtingsbedrijf Philips Lighting voerde de stijgers aan met een winst van 1,2 procent.
Bij de kleinere bedrijven kwamen funderingsspecialist Sif (plus 1,1 procent) en veevoederbedrijf ForFarmers (min 1,2 procent) met handelsberichten. In Brussel kelderde Bpost bijna 12 procent na een winstwaarschuwing van het Belgische postbedrijf. Ook de resultaten van het Belgische chemiebedrijf Solvay (min 2,6 procent) vielen tegen.
Osram Light daalde 0,2 procent. Het Duitse verlichtingsbedrijf behaalde afgelopen kwartaal een duidelijk lagere winst. De rivaal van het Nederlandse Philips Lighting kwam vorige week al met een winstalarm. Infineon won 0,8 procent. De Duitse chipfabrikant Infineon scherpte de omzetverwachting voor het boekjaar aan. Adidas zakte 2,1 procent. De sportkledinggigant verkocht flink meer in het afgelopen kwartaal, maar ondervond wel tegenwind van ongunstige wisselkoerseffecten.
De euro was 1,1993 dollar waard, tegen 1,1971 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,2 procent tot 68,05 dollar. Brentolie kostte 0,1 procent meer op 73,46 dollar per vat.