Het nu bereikte handelsakkoord is goed voor het vertrouwen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, constateert voorzitter Chris Buijink van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Dat is hard nodig, want de beide partijen moeten volgens hem nog "verdere afspraken" maken over financiële dienstverlening en data.
De brexit betekent dat Britse dienstverleners, ondanks het nu gesloten verdrag, niet meer automatisch toegang hebben tot de markt in de overgebleven 27 EU-lidstaten. Dat betekent ook dat spelers in de omvangrijke Londense financiële sector geen automatisch 'paspoort' hebben om in de Europese interne markt te opereren.
De afspraken die al wel gemaakt zijn, voorzien erin dat beide zijden onafhankelijk van elkaar besluiten of de regels goed genoeg aansluiten. In dat geval kan er worden gekozen voor zogenoemde equivalentie-maatregelen. Dat houdt in dat de EU of het Verenigd Koninkrijk dan kan besluiten om de financiële sector van de ander als gelijkwaardig te zien en volledige toegang te geven tot de eigen markt.
Het Verenigd Koninkrijk heeft al aangegeven dat te willen doen, maar de Europese Commissie heeft die stap nog niet gezet. Die beslissingen vallen buiten de afspraken in het kader van het nu bereikte handelsakkoord.