De aandelenbeurs in Tokio is woensdag licht hoger gesloten onder aanvoering van de Japanse banken en luchtvaartaandelen. Beleggers trokken zich op aan de hogere slotstanden op Wall Street, waar de stemming werd gesteund door beter dan verwachte bedrijfsresultaten. De andere belangrijke aandelenmarkten in Azië lieten een gemengd beeld zien. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) verlaagde zijn groeiverwachting voor de regio voor dit jaar naar 6,5 procent. Eerder werd nog uitgegaan van een groei van 7,6 procent.
De toonaangevende Nikkei in Tokio eindigde uiteindelijk 0,1 procent in de plus op 29.255,55 punten. De bankaandelen profiteerden van de stijging van de rente op tienjarige Amerikaanse obligaties, die het hoogste niveau bereikte in vier maanden. De Japanse luchtvaartmaatschappijen en spoorwegbedrijven zaten eveneens in de lift door de hoop op een verder herstel van de coronapandemie na een scherpe daling van het aantal coronabesmettingen in Japan. Techinvesteerder SoftBank, een zwaargewicht in de index, won 4 procent.
Op macro-economisch vlak bleek dat de Japanse export in september met 13 procent op jaarbasis is gestegen. Dat was iets meer dan verwacht. De uitvoer viel wel flink terug ten opzichte van de groei van 26,2 procent in augustus en bereikte het laagste niveau sinds februari dit jaar. Vooral de export van auto's nam fors af door de productieverlagingen van de grote autobouwers vanwege de wereldwijde chiptekorten.
De hoofdindex in Shanghai noteerde tussentijds 0,1 procent lager na het besluit van de Chinese centrale bank om de rentetarieven op eenjarige en vijfjarige leningen ongewijzigd te laten. De Hang Seng-index in Hongkong dikte ruim 1 procent aan dankzij sterke koerswinsten bij de Chinese techbedrijven Alibaba en Tencent. De Chinese vastgoedontwikkelaars gingen overwegend omlaag door de aanhoudende zorgen over het in geldnood verkerende vastgoedconcern Evergrande. Ook bleek dat de prijzen van nieuwe huizen in China in september voor het eerst sinds februari 2020 niet zijn gestegen.