De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag met winsten aan een nieuwe handelssessie begonnen. Beleggers op Wall Street kregen een grote hoeveelheid bedrijfscijfers te verwerken, waaronder die van financiële concerns als Bank of America, Citigroup en Wells Fargo.
De winsten van die banken stegen sterk. Grote sommen geld die eerder apart werden gezet om de coronacrisis op te kunnen vangen, werden weer vrijgegeven waardoor het nettoresultaat bij Bank of America bijna verdriedubbelde. De baten vielen echter tegen ten opzichte van de algehele verwachtingen, waardoor het aandeel 1,8 procent verloor.
Citigoup (plus 2,3 procent) kon met miljarden dollars aan vrijgegeven voorzieningen een daling van de inkomsten uit creditcardleningen en handelsdiensten goedmaken, waardoor de winst sterk steeg. Wells Fargo, de grootste hypotheekverstrekker in de Verenigde Staten, zakte 0,1 procent na de presentatie van zijn kwartaalcijfers. Vermogensbeheerder BlackRock ging 2,9 procent omlaag na bekendmaking van resultaten.
De Dow-Jonesindex klom in de eerste handelsminuten 0,4 procent tot 35.039 punten. De breed samengestelde S&P 500 won 0,5 procent tot 4392 punten en technologiebeurs Nasdaq steeg 0,8 procent tot 14.790 punten.
Een nieuwe verklaring van Jerome Powell, voorzitter van de Federal Reserve, werkte ook in op het gemoed. De Amerikaanse economie is nog niet zo ver hersteld van de coronapandemie dat de tijd rijp is om maandelijks minder obligaties op te kopen, zo schreef hij voorafgaand aan een hoorzitting voor Congresleden. De stimuleringsmaatregel is bedoeld om de economie te stimuleren.
Een ander bedrijf dat veel aandacht kreeg was Delta Air Lines. De luchtvaartmaatschappij meldde bij haar kwartaalcijfers weer evenveel vluchten binnen de VS uit te voeren voor vakanties dan in 2019. Zakenreizen en internationale vluchten bleven door de coronacrisis nog wel achter, waardoor de omzet uit ticketverkoop de helft lager was dan voor de pandemie uitbrak. Het aandeel won 0,6 procent.