Het bedrijf Climeworks, dat CO2 uit de lucht haalt met machines, heeft naar eigen zeggen een mijlpaal bereikt. Voor het eerst heeft de start-up daadwerkelijk zijn diensten verleend aan enkele grote zakelijke klanten, waaronder softwarebedrijf Microsoft. De broeikasgassen die Climeworks uit de atmosfeer verwijdert, kunnen de klanten aftrekken van hun eigen uitstoot. Het is dus een vorm van CO2-compensatie.
De meest in het oog springende installatie van Climeworks, de zogeheten Orca die in IJsland staat, werd in september 2021 in bedrijf genomen. Orca haalt CO2 uit de lucht, waarna partnerbedrijf Carbfix het oplost in water, dat het diep onder de grond injecteert. Daar reageert het met het gesteente basalt. In minder dan twee jaar wordt op deze manier 95 procent van de CO2 gemineraliseerd, zoals de transformatie tot steen wordt genoemd.
Het daadwerkelijk opstarten van de dienstverlening aan bedrijven is volgens Climeworks nu mogelijk doordat het proces is gecertificeerd. Dat is gedaan door het onafhankelijke DNV, een grote wereldwijde speler op het gebied van certificering. Bedrijven die gebruikmaken van de CO2-verwijdering kunnen hiernaar verwijzen om aan te tonen dat hun uitstoot echt is gecompenseerd. Naast Microsoft zijn Shopify en Stripe de eerste zakelijke klanten die hier gebruik van maken. Over de hoeveelheid CO2 die tot nog toe is verwijderd, heeft Climeworks geen cijfers bekendgemaakt.
Volgens Climeworks kan Orca zo'n 4000 ton CO2 per jaar uit de atmosfeer zuigen. Op wereldschaal is dat verwaarloosbaar, maar de toepassing van de techniek kan volgens de initiatiefnemers flink worden opgeschaald in de komende jaren.