Farmaceut Johnson & Johnson en drie andere bedrijven willen 26 miljard dollar neertellen om de Amerikaanse opiatencrisis te schikken, omgerekend zo'n 22 miljard euro. Die al jaren spelende zaak gaat om verslavende medicijnen. Opiaten zijn zware pijnstillers. De bedrijven willen met hun schikkingsvoorstel een einde maken aan claims van een reeks Amerikaanse staten en lagere overheden.
Talloze Amerikanen zijn verslaafd aan de morfineachtige middelen als oxycodon en fentanyl. Sinds 1999 zou overmatig gebruik van de middelen al aan honderdduizenden mensen in de Verenigde Staten het leven hebben gekost.
Johnson & Johnson, de laatste tijd vooral bekend van het coronavaccin van dochterbedrijf Janssen uit Leiden, zou volgens het voorstel verspreid over vele jaren 5 miljard dollar uitkeren. McKesson, Cardinal Health en AmerisourceBergen, die verantwoordelijk zijn voor de levering van de meerderheid van de verslavende medicijnen aan Amerikaanse apotheken, zouden 21 miljard dollar betalen.
De distributeurs werden onder meer beschuldigd van lakse controles, waardoor enorme hoeveelheden verslavende pijnstillers ook via illegale kanalen konden worden verspreid. En Johnson & Johnson zou het risico op verslaving te veel hebben gebagatelliseerd in zijn marketing voor de medicijnen. De ondernemingen blijven de aantijgingen ontkennen.
Of het voorstel genoeg zal zijn om tot een akkoord te komen is nog de vraag. Naar verluidt zullen minstens 44 Amerikaanse staten de schikking moeten accepteren voordat een deel van het geld kan worden uitgekeerd. En voor de volledige uitbetaling zouden vrijwel alle claimende partijen moeten instemmen. Er zijn meer dan 3000 rechtszaken aangespannen in verband met de opiatencrisis. Sommige lokale overheden hebben al aangegeven niet akkoord te willen gaan met een schikkingsvoorstel.