De bedrijvigheid in de industrie van de eurozone is in mei naar een nieuw recordniveau gestegen. Dat meldde de Britse marktonderzoeker Markit. Wel heeft de industrie te kampen met vertragingen en tekorten bij de toelevering, waardoor de productiegroei wordt geremd en fabrikanten moeite hebben om aan de sterke vraag te kunnen voldoen.
De inkoopmanagersindex die de industriële bedrijvigheid meet, steeg vorige maand naar een definitieve stand van 63,1, wat het hoogste niveau is sinds het begin van de metingen door Markit in 1997. Een stand van 50 of meer duidt op groei, daaronder op krimp. De index tikt nu al drie maanden op rij nieuwe recordstanden aan. Inmiddels is er nu al elf maanden op rij sprake van groei in de industrie in het eurogebied.
Markit zegt dat de sterke productie in de industrie erop wijst dat de Europese economie dit kwartaal sterk herstelt van de coronacrisis. De nieuwe orders gingen sterk omhoog, uit zowel binnen- als buitenland. De export gaat hard omhoog.
Als gevolg van de sterke vraag naar grondstoffen en andere materialen en ook tekorten van onder meer computerchips, nemen de inkoopprijzen van fabrikanten toe. Toeleveranciers kunnen dan namelijk hogere prijzen vragen. Dat jaagt de inflatie aan omdat die kosten worden doorberekend aan afnemers. Markit-hoofdeconoom Chris Williamson denkt dat die inflatiedruk de komende maanden wel weer zal gaan afzwakken als de verstoringen in de toeleveringsketen door de coronapandemie wegebben.
Ook de industrie in het Verenigd Koninkrijk draait op volle toeren. Die index steeg eveneens naar een nieuw recordniveau, met een stand van 65,6. De orderontvangst voor de Britse industrie is naar een recordhoogte gestegen. Net als in de eurozone hebben Britse fabrikanten ook te kampen met sterk stijgende kosten door de verstoringen in de toeleveringsketen en de sterke vraag naar grondstoffen. Dit vertaalt zich weer in hogere verkoopprijzen van producenten aan afnemers.