Begrotingstekort Italië groter door belastingbonus verduurzaming

01 mrt 2023, 14:21 Zakelijk
begrotingstekort italie groter door belastingbonus verduurzaming
Het begrotingstekort van Italië was de afgelopen drie jaar een stuk hoger dan eerder berekend. Het Zuid-Europese land moet belastingvoordelen volgens Europese regels voortaan op een andere manier berekenen. Doordat de Italianen sinds het begin van de coronacrisis flinke voordelen kregen voor het verduurzamen van hun huis, maakt dit een groot verschil.
Zo was in 2022 het begrotingstekort, dus hoeveel meer de overheid uitgeeft dan dat er binnenkomt, even groot als 8 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De coalitie van premier Giorgia Meloni mikte juist op een tekort van 5,6 procent van de omvang van de Italiaanse economie. In 2021 ging het om 9 procent van het bbp, tegenover de eerder geschatte 7,2 procent. Het tekort van 2020 steeg licht tot 9,7 procent, meldde het nationaal statistiekbureau Istat.
Volgens nieuwe richtlijnen van Europees statistiekbureau Eurostat moeten lidstaten van de Europese Unie belastingkortingen direct verrekenen in hun overheidsbegrotingen, en niet pas op het moment waarom ze daadwerkelijk invloed hebben op de belastingbaten. Dat heeft in Italië grote gevolgen omdat de zogeheten Superbonus de afgelopen jaren enorm populair was. Italianen konden dankzij die regeling tot wel 110 procent van het bedrag dat ze investeerden in de verduurzaming van hun huis terugkrijgen in de vorm van een belastingkorting.
De begrotingsdiscipline van Italië ligt binnen de Europese Unie al jaren onder een vergrootglas. Op Griekenland na heeft het land de hoogste schuldenlast binnen de eurozone. Dat leidt tot zorgen over de houdbaarheid van de Italiaanse staatsfinanciën, vooral nu rentes hard stijgen.
De Superbonus werd in 2020 ingevoerd door toenmalig premier Giuseppe Conte van de Vijfsterrenbeweging. De door Meloni geleide rechtse coalitie maakte onlangs een einde aan het programma, dat bedoeld was om de economische groei aan te jagen. Volgens minister van Financiën Giancarlo Giorgetti zou het "roekeloos" zijn om door te gaan met de belastingvoordelen. Daarnaast vormde het belastingvoordeel een soort parallelle valuta, omdat het bewijs hiervan verhandelbaar was.