De aandelenbeurzen in New York zijn dinsdag met kleine verliezen aan de nieuwe handelsdag begonnen. Beleggers zijn naarstig op zoek naar richting nu de centralebankenkoepel in de Verenigde Staten agressief de rente verhoogt ondanks aanzwellende geluiden over de wereldwijde vertraging van de economie. Verder stond automaker Tesla bij de stijgers, hoewel analisten van Bernstein oordeelden dat de beurswaarde van de maker van elektrische auto's te hoog is. Daarnaast waren er tegenvallende cijfers van de Aziatische branchegenoot Xpeng.
Het aandeel Tesla won in de vroege handel 0,5 procent, in het kielzog van de tegenvallende resultaten van Xpeng. Vooral het verlies van de Chinezen viel hoger uit dan geraamd. Daarnaast werden er minder auto's afgeleverd dan voorzien. Het aandeel verloor in Hongkong eerder op de dag 12 procent. De in New York genoteerde aandelen van Xpeng stonden een fractie in de min.
Maker van fitnessapparatuur Peloton maakte een koerssprong van 12 procent. Het bedrijf gaat zijn hometrainers en loopbanden via Amazon verkopen. Huishoudartikelenverkoper Bed Bath & Beyond steeg ruim een kwart. Vorige week waren er ook al grote koersschommelingen voor het bedrijf dat door aankopen van kleine beleggers in beweging wordt gezet.
Beleggers zijn verder vooral in afwachting van de toespraak die de Amerikaanse centralebankpresident Jerome Powell aan het einde van de week zal houden tijdens de bijeenkomst van centrale bankiers in Jackson Hole. Daarbij wordt met name gelet of Powell iets zal zeggen over de omvang van de toekomstige renteverhogingen.
De leidende Dow-Jonesindex noteerde kort na de openingsbel 0,5 procent lager op 32.851 punten. De brede S&P verloor 0,1 procent tot 4123 punten. Techgraadmeter Nasdaq zakte ook 0,1 procent tot 12.373 punten.
Techconcern Facebook stond ook in de schijnwerpers na een teruggedraaide aanpassing. Door die aanpassing ontstonden problemen in de Facebook-feed van sommige gebruikers. Het aandeel van Facebook-moeder Meta Platforms steeg 0,3 procent.
Verder stond retailer Nordstrom (min 17 procent) bij de zakkers. De keten verlaagde zijn verwachtingen voor het hele jaar vooral omdat de torenhoge inflatie Amerikaanse consumenten voorzichtiger maakt met het doen van aankopen.
Verder steeg de olieprijs na berichten dat oliekartel OPEC kan besluiten om de productie weer iets te verlagen om daarmee de prijzen te stutten. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,6 procent meer op 94,32 dollar. Brentolie werd ook 0,5 procent duurder, op 100,69 dollar per vat.
De euro bleef hangen rond het laagste niveau in twintig jaar en noteerde op 0,9923 dollar.