De Europese beurzen zijn maandag met winsten gesloten. Beleggers schudden de reeks van tegenvallende macro-economische cijfers van afgelopen week van zich af en keken met een hernieuwde hoop naar de handelsgesprekken tussen de Verenigde Staten en China, die deze week worden hervat. Op het Damrak waren onder meer bouwbedrijven in trek.
De AEX-index in Amsterdam eindigde 0,9 procent hoger op 569,60 punten. De MidKap steeg met 1,2 procent naar 821,08 punten. De beurzen in Londen, Parijs en Frankfurt wonnen tot 0,7 procent.
De Chinese vicepremier Liu He reist binnenkort naar Washington om over handel te praten. Economisch adviseur van het Witte Huis Larry Kudlow heeft aangegeven dat de Amerikanen niet van plan zijn om Chinese bedrijven met een Amerikaanse notering van de beurzen in New York te verwijderen. Daarmee stelde hij beleggers weer wat gerust.
Ook volgden marktpartijen de ontwikkelingen rondom de brexit op de voet. In Brussel onderhandelde de Britse brexitgezant David Frost met EU-hoofdonderhandelaar Michel Barnier.
Op Beursplein 5 zaten bouwers BAM, Heijmans en VolkerWessels stevig in de lift, met plussen van 2,3 tot 7,4 procent. Volgens een analist van Kempen heeft dat te maken met de plannen die het Nederlandse kabinet vrijdag naar buiten bracht over de stikstofproblematiek. Daardoor mag extra stikstofuitstoot bij bijvoorbeeld een bouwproject binnenkort weer worden weggestreept tegen stikstofbesparende maatregelen.
In Brussel kreeg Ter Beke de tweede dag op rij rake klappen en speelde bijna 11 procent kwijt. Het Belgische vleesverwerkende bedrijf stelde zijn winstprognose neerwaarts bij vanwege de listeriabesmetting bij de Nederlandse dochter Offerman. Vrijdag werd de handel in het aandeel stilgelegd na een koersval van bijna 9 procent.
Osram Licht was verder een opvallende daler in Frankfurt met een verlies van ruim 3 procent. Het bod van sensormaker AMS (min 0,7 procent) op de Duitse verlichtingsproducent trok niet genoeg aandeelhouders over de streep.
De euro was 1,0991 dollar waard, tegen 1,0975 dollar op vrijdag. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,9 procent meer op 53,79 dollar. Brentolie klom 1,4 procent in prijs tot 59,20 dollar per vat.