Een groep beleggers in obligaties van Credit Suisse klagen de Zwitserse staat aan bij een rechtbank in New York. Dat doen ze omdat hun stukken niets meer waard waren na de gedwongen fusie van die bank met UBS. Die door de Zwitserse regering bedongen deal behoedde Credit Suisse in maart 2023 voor een faillissement.
Advocaten van het kantoor Quinn Emanuel Urquhart & Sullivan maakten bekend dat ze de zaak in New York hadden aangespannen namens benadeelde beleggers in zogeheten AT1-obligaties. Dat zijn een speciaal soort schuldpapieren die bij ernstige financiële tegenslagen voor de uitgevende bank worden omgezet in aandelenkapitaal.
Maar na de redding van Credit Suisse via de overname van UBS ontstond een grote controverse rond deze specifieke obligaties. Want waar aandeelhouders van Credit Suisse nog geld kregen voor hun stukken, werd de waarde van de AT1-obligaties volledig afgeschreven. Doorgaans is de conventie op kapitaalmarkten dat aandeelhouders als eerste verliezen opvangen van een bedrijf.
"De aanwijzing van Zwitserland om de waarde van de AT1 van de eisers te verlagen naar nul als onderdeel van de verkoop van Credit Suisse aan UBS, was een onwettige inbreuk op eigendomsrechten", schrijven de advocaten. In zowel de Verenigde Staten als Europa lopen al meerdere rechtszaken om de afschrijving op de obligaties, die samen zo'n 17 miljard dollar waard waren. Veel kritiek richt zich daarbij ook op de Zwitserse financieel waakhond Finma.