De verwachte neergang van de economie staat volop in de belangstelling als techconcerns Apple en Amazon donderdag de boeken openen. Daarmee sluiten zij de rij nadat Google-moeder Alphabet, Microsoft en Facebook-moeder Meta Platforms hen van de grote techbedrijven al voorgingen.
Bij Apple voorzien volgers van de iPhonemaker dat de groei van de omzet stokt. De afgelopen periode brak Apple het ene na het andere record omdat er veel vraag was naar telefoons en laptops tijdens de coronapandemie waarin veel mensen vanuit huis gingen werken. Nu is de verwachting dus dat de prognose van Apple voor de periode van juli tot en met september minder rooskleurig is. Dat zomerkwartaal, het vierde van Apples gebroken boekjaar, is de periode waarin Apple nieuwe modellen van de iPhone presenteert en doorgaans ook begint te verkopen.
Bij Amazon zijn de gevolgen van de hoge inflatie mogelijk al te merken. Consumenten letten wellicht wat meer op hun uitgaven en schaffen daardoor minder of goedkopere producten aan. Ook nemen mogelijk minder mensen een abonnement op Prime, een dienst waardoor ze gratis bezorging krijgen en toegang tot streamingdiensten voor muziek, films en series en games. Tegelijkertijd is bij Amazon ook de alsmaar groeiende cloudtak belangrijk. Als bedrijven op hun investeringen gaan letten is dat mogelijk bij deze divisie te merken.
Tegelijk met de grote techreuzen komt ook chipbedrijf Intel met cijfers. Die onderneming heeft door de chiptekorten de wind vermoedelijk nog in de rug. De draai om een grote fabrikant van chips te worden werd deze week met een deal met MediaTek bestendigd. Ook een wet die moet zorgen voor meer steun voor chipproductie in de Verenigde Staten is goed nieuws voor Intel, al zijn de gevolgen van beide zaken pas later in de resultaten te merken.