Het Amerikaanse ijsmerk Ben & Jerry's doet een nieuwe poging om de verkoop van zijn Israëlische tak door moederbedrijf Unilever te stoppen. De in Vermont gevestigde ijsmaker is van plan om in de komende weken een herziene klacht in te dienen bij de rechtbank in New York. Dat meldden ingewijden tegen persbureau Bloomberg.
De nieuwe stap van Ben & Jerry's volgt op de mislukte poging van twee weken geleden. Toen wees een rechter in New York het verzoek van het ijsmerk voor een voorlopige voorziening in de zaak tegen moederconcern Unilever nog af. Ben & Jerry's, dat een activistisch imago heeft, claimde dat de integriteit van zijn merk door de verkoop wordt aangetast. Volgens de rechter heeft het ijsmerk echter niet aangetoond dat het onherstelbare schade zou lijden als de door Unilever gemaakte deal gewoon doorgaat.
Inzet van het conflict tussen het onafhankelijke bestuur van Ben & Jerry's en moederbedrijf Unilever is de verkoop van ijs van Ben & Jerry's op de Westelijke Jordaanoever. Ben & Jerry's haalde zich in Israël de woede van veel Israëliërs op de hals door aan te kondigen geen ijs meer te willen verkopen in de Israëlische nederzettingen in Palestijns gebied.
Unilever kondigde vervolgens in juni aan de Israëlische activiteiten van Ben & Jerry's aan de lokale licentiehouder Avi Zinger over te doen. Deze deal maakt het mogelijk om het ijs te blijven verkopen op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. Volgens Ben & Jerry's is de verkoop in strijd met de sociale missie van het bedrijf, zoals op het gebied van mensenrechten, en in strijd met een juridische overeenkomst die is gesloten toen Unilever het merk in 2000 kocht.
Een woordvoerder meldt dat de onafhankelijke raad van bestuur van Ben & Jerry's de rechtszaken voortzet omdat het merk de verantwoordelijkheid heeft om de uitholling van zijn sociale missie tegen te gaan. "We zullen niet toestaan dat onze principes worden aangetast voor de winst van ons moederbedrijf." Een woordvoerder van Unilever wilde niet reageren.