De prijzen die automobilisten aan de benzinepomp betaalden voor een liter benzine of diesel waren de afgelopen week flink lager. Een liter brandstof werd bijna 7 cent per liter goedkoper. Dat heeft te maken met de dalende olieprijzen van de afgelopen tijd, maar ook met de duurdere euro.
De onrust op de aandelenmarkten door problemen bij banken in de Verenigde Staten en Europa houdt beleggers al ruim een week bezig. Dat leidt ook tot dalende olieprijzen. Beleggers zijn bang dat de problemen overslaan op andere banken en voor minder economische groei zorgen. Dan is er minder olie nodig en kunnen de prijzen dalen.
Op Wall Street zakte de Amerikaanse olieprijs deze week met 12 procent, de grootste daling in bijna een jaar. Ook de prijs van Brentolie, de standaard voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika, ging hard omlaag.
Dat was te zien bij het tankstation. De adviesprijs voor een liter benzine ging in zes dagen met 6,8 cent omlaag tot 1,924 euro, aldus consumentencollectief UnitedConsumers, dat de brandstofprijzen dagelijks bijhoudt. Diesel daalt al wat langer en werd sinds vorige week woensdag 8,6 cent per liter goedkoper tot 1,726 euro. Deze prijzen worden meestal alleen aan de snelweg of in stadscentra betaald.
"De brandstofprijzen lopen doorgaans wat achter bij de olieprijzen", legt Paul van Selms van UnitedConsumers uit. Dat zou kunnen betekenen dat de prijzen aan de pomp nog wat verder omlaag kunnen. Maar tegelijkertijd waarschuwt Van Selms dat de prijzen nu "op een reëel niveau" liggen. "Ze lijken me eerder wat aan de lage kant dan aan de hoge."
Verder wordt brandstof deze zomer sowieso duurder, waarschuwt Van Selms. Dan loopt de korting op de accijnzen af, die sinds vorig jaar geldt.