Het aantal oninbare leningen (NPL’s) op de Europese bankbalansen daalt. Het percentage slechte leningen is eind vorig jaar afgenomen tot gemiddeld 3,3. Dat is bijna hetzelfde niveau als voor de financiële crisis in 2008.
De daling is onder meer het resultaat van een actieplan dat de EU-ministers van Financiën in 2017 in gang zetten om de berg dubieuze leningen in de EU te verminderen. Die was na de financiële crisis in 2007 tot een recordhoogte van een biljoen euro gestegen. Op het hoogtepunt in 2012 was het aantal NPL's 7,5 procent.
Griekenland blijft met 43,5 procent ver boven het EU-gemiddelde uitsteken, blijkt uit een voortgangsrapport van de Europese Commissie. Ook Cyprus (21,8 procent) en Portugal (11,3 procent) zitten er ver boven. In Italië gaat het om 9,5 procent.
Volgens EU-commissaris Valdis Dombrovskis (financiële stabiliteit) zijn de banken in de EU nu beter bestand tegen economische schokken. “De resterende voorraden slechte leningen wegwerken is deel van onze voortdurende inspanningen om de bankensector sterker te maken.” In december zijn ook nieuwe maatregelen in de EU overeengekomen voor nieuwe leningen. Minimumeisen over de dekking daarvan moeten voorkomen dat de voorraad weer stijgt.
Een lening wordt een 'non-performing loan’ (NPL) als er minstens negentig dagen niet is afbetaald. Algemeen wordt aangenomen dat dat daarna ook niet meer gebeurt.