De prijzen van bestaande koopwoningen waren in september 18,5 procent hoger vergeleken met een jaar eerder. Dat is de grootste prijsstijging na juli 2000. Tegelijk wisselden voor de derde maand op rij duidelijk minder woningen van eigenaar dan een jaar eerder, zo melden het statistiekbureau CBS en het Kadaster.
Na een dieptepunt halverwege 2013 zijn de prijzen van koopwoningen almaar aan het stijgen. De afgelopen maanden bereikte de prijsstijging keer op keer de hoogste stand in jaren.
In september kregen 17.575 Nederlanders de sleutels van hun nieuwe huis, 15 procent minder dan een jaar eerder. In juli en augustus waren ook al duidelijke dalingen te zien. In de eerste drie maanden van dit jaar kochten nog opvallend veel mensen een huis. Zo steeg het aantal transacties in januari met bijna 40 procent. Mede daarom ligt het aantal transacties in de eerste negen maanden van 2021 samen nog steeds relatief hoog vergeleken met voorgaande jaren.
In het derde kwartaal is in alle provincies het aantal transacties van bestaande koopwoningen gedaald. In Overijssel was de daling ten opzichte van een jaar eerder het grootst, namelijk ruim 20 procent. In Flevoland was de daling met zo'n 7 procent het kleinst. In de laatstgenoemde provincie stegen de woningprijzen voor het vierde kwartaal op rij het meest van het land, deze keer met bijna 22 procent.
In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag gingen de prijzen van bestaande koopwoningen in het afgelopen kwartaal minder hard omhoog dan gemiddeld. Utrecht had als enige van de vier grote steden te maken met een bovengemiddelde prijsstijging.
Makelaarsvereniging NVM kwam eerder deze maand ook al met cijfers over de woningmarkt, over het derde kwartaal. Die zijn niet één op één te vergelijken met de gegevens van het CBS en het Kadaster. Maar de trend was hetzelfde: de woningprijzen stijgen door, terwijl het aantal transacties daalt.