De Aziatische beurzen zijn maandag afwachtend aan een nieuwe beursweek begonnen. Na plussen vorige week werd er wat winst genomen. Bovendien is er steeds meer speculatie dat de Chinese regering met maatregelen komt om de economie te stimuleren. De groei van de op een na grootste economie ter wereld hapert sinds de afschaffing van alle coronamaatregelen door Beijing.
De Chinese regering zou onder meer de consumptie door huishoudens willen aanwakkeren. Onder andere entertainment- en techbedrijven zouden daar van kunnen profiteren, zoals Tencent en Alibaba. Die aandelen gingen in Hongkong maandag nog stevig onderuit. Tencent verloor 3,3 procent, Alibaba zelfs 3,8 procent.
Het aandeel van het Chinese olieconcern CNOOC steeg met 0,4 procent na de berichten over economische stimuleringsmaatregelen. Door de zwakkere Chinese groei is er ook minder vraag naar brandstoffen en dat zet de olieprijzen onder druk. Amerikaanse olie werd 1,4 procent minder waard en werd voor 70,75 dollar per vat verhandeld. Daarmee is een groot deel van de prijswinst van vorige week alweer verdampt. Brentolie werd 1,5 procent goedkoper en kostte 75,50 dollar per vat.
Verder was er ook hoop op verbetering van de banden tussen de Verenigde Staten en China. De eerste dag van het bezoek van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken aan China zorgde voor optimisme. Blinken en zijn Chinese ambtgenoot Qin Gang praatten zondag lang.
De beurzen in Azië gingen vrijwel zonder uitzondering omlaag. De Japanse Nikkei-index verloor 1,1 procent en de Hang Seng in Hongkong 1,6 procent. De Kospi in Seoul leverde 0,8 procent in. De All Ordinaries in Sydney ging 0,6 procent omhoog.