De aandelenbeurzen in Azië zijn dinsdag overwegend gestegen. Beleggers blijven het conflict tussen Rusland en Oekraïne en de ontwikkelingen op het gebied van sancties nauwlettend volgen. Economische cijfers over de bedrijvigheid van de industrie in veel landen in Zuidoost-Azië waren positief, omdat de impact van uitbraken van de omikronvariant van het coronavirus is afgenomen.
In Thailand steeg de inkoopmanagersindex naar een record. Ook de Chinese economie won in februari aan kracht. Dat wijst erop dat het groeibevorderende beleid van de regering begint te werken, zoals het verlagen van de rente. Kleine bedrijven hebben het wel nog steeds moeilijk.
De Nikkei in Tokio eindigde 1,2 procent hoger op 26.844,72 punten. Technologie- en elektronicaconcern Toshiba won 2,8 procent nadat bekend werd dat voorzitter Satoshi Tsunakawa zal aftreden. Er is steeds meer weerstand tegen de herstructureringsplannen van het Japanse bedrijf. Toshiba wil zich volgens de laatste plannen opsplitsen in twee bedrijven. Het onderdeel van Toshiba dat apparaten maakt, inclusief de chiptak, moet daarbij apart naar de beurs worden gebracht.
De Russische roebel heeft zich enigszins hersteld en zakte niet verder weg. De munt kelderde maandag haast 25 procent tegenover de dollar en de euro. Om verdere waardevermindering en hogere inflatie tegen te gaan heeft de Russische centrale bank het belangrijkste rentetarief verhoogd van 9,5 procent naar 20 procent.
De beurs in Shanghai noteerde tussentijds 0,3 procent in de plus en de Hang Seng-index in Hongkong verloor 0,3 procent. Volgens lokale media wil Hongkong een lockdown om op grote schaal te testen op het coronavirus. De Kospi in Seoul bleef gesloten vanwege een feestdag. De All Ordinaries in Sydney steeg 0,7 procent.