De aandelenbeurzen in Azië lieten dinsdag een wisselend beeld zien. De aandacht ging onder meer uit naar cijfers over de bedrijvigheid in de omvangrijke Chinese industrie. Ook verwerkten beleggers in de Aziatische regio het nieuws dat de lidstaten van de Europese Unie een akkoord hebben gesloten over een boycot van Russische olie. Uit New York kwam geen richting, want Wall Street was maandag dicht.
De bedrijvigheid in de industrie van China is volgens de inkoopmanagersindex van de Chinese overheid in mei gekrompen vanwege de lockdownmaatregelen tegen het coronavirus. Maar de krimp was wel minder sterk dan in april. China is nu bezig die lockdowns te versoepelen.
De Hang Seng-index in Hongkong noteerde tussentijds een plus van 0,9 procent en de beurs in Shanghai ging 0,8 procent vooruit. De Nikkei-index in Tokio zakte juist 0,3 procent. In Seoul was een koerswinst van 0,5 procent te zien. Sydney verloor 0,8 procent.
De olieprijzen stegen na het nieuws over een invoerverbod van Russische aardolie die via zee naar de EU wordt aangevoerd. De boycot is op aandringen van onder meer Hongarije verwaterd, maar zou toch 90 procent kunnen raken van de Russische olie die de EU importeert. De prijs van een vat Amerikaanse olie was 3,6 procent hoger op 119,15 dollar en Brentolie werd 1,8 procent duurder op 123,83 dollar per vat.