De aandelenbeurzen in New York zijn met forse winsten de handel uitgegaan. Beleggers zijn in een goede stemming na optimistische economische vooruitzichten van de Federal Reserve, het Amerikaanse stelsel van centrale banken. Voorzitter Jerome Powell gaf te kennen dat de wegens de coronacrisis ingevoerde stimuleringsmaatregelen vanaf november kunnen worden afgebouwd, omdat de Amerikaanse economie sterk herstelt.
De onderbouwing door de Fed van het rentebesluit werd als positief teken gezien door beleggers. De boodschap dat de rente mogelijk al in 2022 wordt verhoogd zorgde niet voor zorgen op de aandelenmarkten. Verder verdwenen zorgen naar de achtergrond over een eventuele internationale schokgolf door financiële problemen bij het Chinese vastgoedconcern Evergrande.
De Dow-Jonesindex steeg 1,5 procent tot 34.764,82 punten. De brede S&P 500 ging 1,2 procent omhoog tot 4.448,98 punten en techgraadmeter Nasdaq won 1 procent tot 15.052,24 punten. Woensdag veerden de graadmeters ook al ferm op na de week in mineur te zijn begonnen door de zenuwen rond Evergrande.
Beleggers verwerkten ook het rentebesluit van de Britse centrale bank. De Bank of England denkt voorzichtig aan het afbouwen van het opkoopbeleid waarmee het de Britse economie ondersteunt en rentes laag houdt. Noorwegen verhoogde zoals verwacht de rente.
Banken wonnen op de beurs aan waarde nu het einde aan lage rentes mogelijk dichterbij komt. Wells Fargo, Citi en Morgan Stanley wonnen tot 3,9 procent.
Maaltijdbezorgers hadden maar weinig last van strengere regels die New York wil invoeren voor de omgang met hun medewerkers. De stad stemde in met een wettelijk minimumtarief dat bezorgers betaald moeten krijgen. DoorDash verloor slechts 0,3 procent en Uber, dat naast taxiritjes ook aan maaltijdbezorging doet, won 1,4 procent.
De aandacht ging ook uit naar BlackBerry, dat bijna 11 procent won. Het bedrijf dat gespecialiseerd is in draadloze technologie kwam met beter dan verwachte kwartaalcijfers. Ook softwarebedrijf Salesforce (plus 7,2 procent) stond bij de winnaars nadat het zijn verwachtingen voor het hele jaar had opgeschroefd.
De euro was 1,1740 dollar waard, tegen 1,1737 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,4 procent meer op 73,22 dollar. Brentolie werd steeg met hetzelfde percentage tot 77,22 dollar per vat.