De aandelenbeurzen in New York zijn donderdag met rode cijfers gesloten, na de flinke plussen een dag eerder. De zorgen over de bloedige oorlog in Oekraïne hingen boven de markt nadat gesprekken over een staakt-het-vuren op hoog niveau geen resultaat hadden opgeleverd. Ook ging de aandacht van beleggers op Wall Street uit naar nieuwe inflatiecijfers. Amazon stond bij de winnaars door het nieuws dat het webwinkelconcern zijn aandelen gaat splitsen en voor 10 miljard dollar aan eigen aandelen gaat inkopen.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,3 procent lager op 33.174,07 punten. De breed samengestelde S&P 500 verloor 0,4 procent tot 4259,52 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq daalde 1 procent tot 13.129,96 punten.
Het leven voor Amerikanen is in februari opnieuw duurder geworden. De consumentenprijzen in de grootste economie ter wereld stegen met 7,9 procent ten opzichte van een jaar geleden. In januari bereikte de inflatie met 7,5 procent al het hoogste niveau in veertig jaar. De oorlog in Oekraïne dreigt de inflatie nog verder aan te jagen, doordat prijzen voor energie, metaal en graan sterk stijgen.
De ministers van Buitenlandse Zaken van Rusland en Oekraïne overlegden donderdag voor het eerst sinds de uitbraak van de oorlog. Het overleg leverde echter geen resultaat op. Wel toonden beide landen zich bereid de gesprekken een vervolg te geven.
Zakenbank Goldman Sachs (min 1,8 procent) maakte bekend te vertrekken uit Rusland. Ook de grote bank JPMorgan Chase (min 1,2 procent) zei dat het zijn Russische activiteiten gaat afbouwen.
Amazon steeg 5,4 procent. De aandeelhouders krijgen voor elk aandeel dat ze bezitten er twintig nieuwe voor terug. De koers van een aandeel Amazon is momenteel meer dan 2900 dollar en dat maakt de aandelen onbereikbaar voor veel kleine beleggers. Door de aandelensplitsing kunnen ze meer verhandeld worden. Eerder dit jaar kondigde Google-moeder Alphabet ook al een aandelensplitsing aan.
CrowdStrike dikte ruim 12 procent aan. Het cyberbeveiligingsbedrijf verhoogde zijn verwachtingen na beter dan verwachte resultaten.
De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 2,2 procent tot 106,34 dollar. Brentolie werd 1,3 procent goedkoper op 109,75 dollar per vat. De euro was 1,0983 dollar waard, tegen 1,1004 dollar bij het slot van de Europese beurshandel.