De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag met verliezen geopend na de bekendmaking van het belangrijke banenrapport van de Amerikaanse overheid. Daaruit werd duidelijk dat de werkgelegenheid in de Verenigde Staten veel harder is gegroeid dan de meeste economen hadden verwacht. Op de beurzen leeft daarom de vrees voor hogere rentes op.
Volgens het statistiekbureau van het ministerie van Arbeid kwamen er in september 336.000 arbeidsplaatsen bij in de Verenigde Staten. Economen hadden op een groei van de werkgelegenheid in 's werelds grootste economie met 170.000 banen gerekend. De werkloosheid bleef gelijk op 3,8 procent.
Bij een sterke arbeidsmarkt heeft de Fed meer bewegingsruimte om de rente verder op te krikken in de strijd tegen de hoge inflatie. Een krappe arbeidsmarkt kan bovendien de prijzen verder opdrijven, wat de centralebankenkoepel dwingt tot ingrijpen.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang 0,5 procent lager op 42.951 punten. De bredere S&P 500 zakte 0,7 procent tot 4230 punten en techbeurs Nasdaq verloor 0,8 procent tot 13.123 punten.
Obligaties daalden ook in waarde, waardoor het rendement op die schuldpapieren oploopt. Het rendement op tienjarige Amerikaanse schuldpapieren steeg tot het hoogste niveau sinds 2007.
ExxonMobil (min 2,9 procent) kon op aandacht rekenen. Het grote olieconcern is volgens zakenkrant The Wall Street Journal bezig met een deal om branchegenoot Pioneer Natural Resources over te nemen voor 60 miljard dollar. Daarmee zou het mogelijk de grootste overnamedeal van dit jaar worden. Pioneer richt zich op winning van schalieolie in de staat Texas. Het aandeel Pioneer sprong ruim 9 procent omhoog.
De bredere oliemarkt stond eveneens in de belangstelling. De olieprijzen liggen op koers voor de sterkste daling op wekelijkse basis sinds maart door zorgen over een afzwakkende vraag.
Tesla verloor zo'n 3 procent. De bouwer van elektrische auto's heeft de prijzen van twee van zijn populairste modellen, 3 en Y, verlaagd in de VS. Tesla maakt sommige modellen de laatste tijd goedkoper in de hoop meer voertuigen te verkopen.
Levi Strauss leverde bijna 5 procent in. Het jeansmerk verlaagde zijn omzetverwachting voor het hele jaar omdat mensen vanwege de inflatie minder nieuwe spijkerbroeken kopen.