De Amsterdamse aandelenbeurs ging maandag over een breed front omlaag. Ook de andere Europese markten lieten stevige minnen zien, na de koerswinsten op vrijdag. Beleggers hielden de ogen gericht op de stijgende rentes op de obligatiemarkten. De koersen van obligaties, die in tegengestelde richting bewegen van de rente, staan onder druk door de vooruitzichten van een sterk economisch herstel van de coronacrisis. Hogere marktrentes maken aandelen als belegging echter minder aantrekkelijk.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 1,6 procent lager op 666,99 punten. De hoofdindex leek de afgelopen tijd juist te bewegen naar de 700 puntengrens, die voor het laatst in 2000 werd bereikt. De MidKap zakte 1 procent tot 986,53 punten. De beurzen in Frankfurt en Parijs daalden tot 1,2 procent.
De Londense FTSE-index verloor 0,9 procent. Groot-Brittannië wil eind juli alle volwassenen in het land hebben ingeënt tegen het coronavirus. De Britse premier Boris Johnson zal later op de dag het stappenplan van de regering bekendmaken voor een gefaseerde versoepeling van de coronamaatregelen.
Grootste daler bij de hoofdbedrijven op het Damrak was techinvesteerder Prosus met een min van 3,1 procent. Chipmachinemaker ASML en biotechnoloog Galapagos volgden met verliezen van rond 2,9 procent. Telecomconcern KPN en verzekeraar NN Group waren de enige stijgers in de AEX met plusjes van 0,1 procent.
In de MidKap verloor chipbedrijf Besi 0,4 procent, ondanks een forse verhoging van het koersdoel door investeringsbank Berenberg. De verhoging van het koersdoel volgde op de sterke resultaten die Besi vrijdag bekendmaakte. Fugro (min 0,6 procent) ging verder omlaag. De bodemonderzoeker zakte vrijdag al bijna 7 procent na tegenvallende resultaten.
In Frankfurt verloor Volkswagen 0,5 procent. De Duitse automaker heeft niet alleen last van een tekort aan chips voor zijn auto's, maar ook zijn er niet genoeg accu's. De productie van de hybride-versie van de nieuwe Golf lijdt daaronder.
De euro was 1,2111 dollar waard, tegenover 1,2135 dollar op vrijdag. De prijs van een vat Amerikaanse olie klom 0,8 procent tot 59,71 dollar. Brentolie kostte 0,8 procent meer op 63,45 dollar per vat.