De inflatie in de Verenigde Staten toont dan wel tekenen van matiging, maar er moet nog altijd meer worden gedaan om het leven van consumenten makkelijker te maken. Dat zei de Amerikaanse president Joe Biden in een reactie op het laatste inflatiecijfer in de grootste economie van de wereld.
Vooral de lagere brandstofprijzen zorgden ervoor dat de inflatie in de VS vorige maand minder hoog uitviel dan een maand eerder. De geldontwaarding kwam in juli uit op 8,5 procent op jaarbasis, tegen 9,1 procent in juni. Dat was toen het hoogste niveau in ruim veertig jaar. Het cijfer is van groot belang voor de Amerikaanse centrale bank, die bezig is de rente te verhogen om de hoge inflatie tegen te gaan.
"We zien enkele tekenen dat de inflatie misschien begint te matigen", zei Biden in een reactie. "Maar mensen hadden nog steeds pijn."
Zo blijkt uit de data dat onder andere de prijzen voor voedsel sterk stijgen. De totale voedselprijzen stegen met bijna 11 procent op jaarbasis. Daarmee was sprake van de grootste stijging sinds 1979. Prijzen voor voedingsmiddelen zoals granen en bepaalde zuivelproducten stegen nog nooit zo hard jaar op jaar. Ook eten buitenshuis werd flink duurder.
Naast de stijgende voedselprijzen zitten ook oplopende huren Amerikaanse consumenten dwars. Vooral Amerikanen met een lager inkomen worden door de prijsstijgingen geraakt.
Amerikaanse landbouwgiganten profiteren ondertussen van de hoge grondstofprijzen die weer grotendeels het gevolg zijn van de verstoringen in de aanvoerketen. Cargill rapporteerde woensdag een recordomzet van 165 miljard dollar in boekjaar 2022. Andere grote bedrijven in de sector zoals Archer-Daniels-Midland en Bunge kwamen eerder al met sterke resultaten.