De blik van beleggers op de Europese aandelenbeurzen is donderdag gericht op de parlementsverkiezingen in het Verenigd Koninkrijk. De Conservatieve Partij van premier Rishi Sunak loopt in de peilingen ver achter op oppositiepartij Labour van Keir Starmer. Starmer heeft gezegd de banden met de Europese Unie aan te willen halen als Labour de verkiezingen wint.
Er wordt gestemd tussen 08.00 en 23.00 uur Nederlandse tijd. Starmer kan de eerste Labour-premier worden sinds Gordon Brown, die tot 2010 aan de macht was. Starmer heeft de economie tot speerpunt gemaakt in zijn verkiezingscampagne. De Britse economie gaat gebukt onder de hoge rentes en zwakke consumentenbestedingen. Labour wil de groei onder meer aanjagen door grote investeringen in woningbouw, infrastructuur en de energietransitie.
Starmer wil ook "onnodige barrières" voor handel met de EU afbreken. De partij wil hiervoor het zogeheten 'Veterinary Agreement' sluiten. Dat akkoord moet overbodige controles aan grenzen voorkomen en zorgen voor lagere kosten van levensmiddelen, aldus Labour. Dat kan gunstig zijn voor Europese exporteurs naar het Verenigd Koninkrijk.
De openingsindicatoren wijzen op kleine winsten voor de Europese beurzen bij aanvang van de handel. Op Wall Street waren woensdag na een verkorte handelsdag overwegend plussen te zien, met een nieuw record voor de brede S&P 500. Donderdag blijven de beurzen in New York dicht voor Onafhankelijkheidsdag. Fourth of July is een nationale feestdag in de Verenigde Staten.
In Azië waren de koersenborden donderdag grotendeels groen gekleurd. De Nikkei in Tokio klom 0,9 procent, de Kospi in Seoul ging ook 0,9 procent vooruit en de All Ordinaries in Sydney steeg 1,2 procent. De Hang Seng in Hongkong toonde een kleine plus.
Bij de bedrijven in Amsterdam kan kunstmestproducent OCI mogelijk profiteren van een verhoging van het beleggingsadvies door zakenbank Jefferies. ING verlaagde verder het advies voor de producent van laadpalen en energiesystemen Alfen.
De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte donderdagochtend 0,7 procent tot 83,34 dollar en Brentolie werd 0,6 procent goedkoper op 86,85 dollar per vat. De euro was 1,0787 dollar waard, tegen 1,0806 dollar een dag eerder.