De Amerikaanse Federal Trade Commission (FTC) en meerdere Amerikaanse staten doen onderzoek naar Oculus. Het bedrijf dat virtualrealitybrillen maakt, net als Facebook een dochteronderneming van Meta, zou zich schuldig maken aan oneerlijke concurrentiepraktijken. Dat meldt financieel persbureau Bloomberg op basis van ingewijden.
Medewerkers van de Amerikaanse concurrentiewaakhond hebben de afgelopen maanden gesproken met ontwikkelaars die apps maken voor Oculus. De appstore voor de virtualrealitybrillen van het bedrijf zou mogelijk programma's die Oculus zelf heeft ontwikkeld voortrekken. Ook beschuldigen sommige ontwikkelaars het bedrijf ervan veelbelovende ideeën te kopiëren en het voor sommige apps van derden moeilijker te maken om goed te werken op het platform.
De FTC wilde ook meer weten over de verkoopstrategie van Oculus. De headsets van het bedrijf zijn een stuk goedkoper dan die van concurrenten als het Taiwanese HTC.
Het onderzoek van de FTC zou de plannen van Meta met de zogeheten metaverse kunnen frustreren. Topman Mark Zuckerberg wil zijn socialmediabedrijf omvormen tot een digitale ontmoetingsplaats waar bijvoorbeeld gesprekken, spelletjes en winkelen dankzij VR-headsets levensecht lijken. Volwassenen in de Verenigde Staten en Canada kunnen nu al terecht op Meta's platform Horizon Worlds om games te spelen in virtual reality.
Het moederbedrijf van Facebook, Instagram, WhatsApp en Oculus veranderde dit najaar zijn naam in Meta om het geloof in de metaverse te onderstrepen. Het internetconcern maakte eerder al bekend fors meer te moeten investeren om een digitale wereld te creëren die nauwelijks van echt te onderscheiden is. Meta, toen nog Facebook, kocht Oculus in 2014 voor 2 miljard dollar (1,8 miljard euro).