De kosten voor huishoudens in de eurozone voor gas, stroom en brandstof zullen dit jaar met in totaal 230 miljard euro stijgen vanwege de sterk toegenomen prijzen door de oorlog in Oekraïne. Dat zeggen economen tegen persbureau Bloomberg. Daarmee zijn consumenten nog veel meer geld kwijt aan energie dan eerder gedacht, want in februari werd nog berekend dat die kosten dit jaar met 100 miljard euro zouden toenemen.
Door de oorlog zijn de energieprijzen almaar verder gestegen en dat voelen huishoudens in het eurogebied flink in de portemonnee. Zo gaan de prijzen aan de pomp steeds verder omhoog, net als de kosten voor het verwarmen en verlichten van huizen. Dit alles jaagt de inflatie sterk aan, wat weer de koopkracht onder druk zet. Het consumentenvertrouwen wordt dan ook geraakt door de sterk stijgende inflatie.
Volgens de onderzoekers kunnen de financiële reserves die zijn opgespaard tijdens de coronacrisis de klap nog enigszins verminderen. Maar de ruimte voor bestedingen aan andere zaken zal wel fors worden ondermijnd, wat de economische groei zal raken. Met name armere huishoudens zijn gevoelig voor de hoge energieprijzen omdat zij minder spaargeld en financiële draagkracht hebben.
Europese overheden zijn wel bezig de pijn voor consumenten te verzachten, bijvoorbeeld door verlagingen van de energiebelasting en de accijnzen op brandstoffen. Zo gaat in Nederland op vrijdag een verlaging van de accijns op benzine en diesel in.