De Amerikaanse vliegtuigbouwer Boeing heeft voor het eerst sinds mei vorig jaar een 787 Dreamliner afgeleverd. Dat de vliegtuigen weer worden vermarkt is een mijlpaal voor de onderneming die kampte met productieproblemen bij het toestel. De Amerikaanse maatschappij American Airlines nam het toestel in ontvangst. Dit jaar rekent die maatschappij in totaal op negen toestellen van het betreffende type.
Eerder stopte Boeing de levering van de Dreamliners vanwege constructiefouten. Zo zaten er fouten in de samenvoeging van delen van de romp van de kisten. Op zo'n twintig plekken werden gaten gevonden die niet goed waren opgevuld.
In de nasleep van twee fatale ongelukken met toestellen van het type 737 MAX van Boeing in 2018 en 2019 beloofde de de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA om Boeing nauwlettender in de gaten te houden. Daarbij zouden minder verantwoordelijkheden aan Boeing worden gedelegeerd bij de certificering van vliegtuigen.
Bij Boeing staan ongeveer 120 Dreamliners 787's in afwachting van levering. De FAA zei dat het "elk vliegtuig zal inspecteren" voordat een certificaat wordt afgegeven. Normaal gesproken delegeert de FAA de bevoegdheid voor het afgeven van certificaten aan de fabrikant.
In januari maakte Boeing bekend een last van 3,5 miljard dollar te nemen als gevolg van vertragingen in de 787-levering en concessies aan klanten. Daarbovenop was het bedrijf ook 1 miljard dollar aan abnormale productiekosten kwijt als gevolg van productiefouten en daaraan gerelateerde reparaties en inspecties.