De Amerikaanse vliegtuigbouwer Boeing meldt niet schuldig te zijn aan het misleiden van de luchtvaartautoriteiten door wijzigingen aan te brengen in de controlesystemen van zijn 737 MAX-toestel. Die aanpassingen leidden tot twee vliegtuigcrashes in Indonesië en Ethiopië waardoor honderden mensen om het leven kwamen. Boeing moest donderdag voor de rechter verschijnen, omdat nabestaanden vinden dat het bedrijf niet aan strafrechtelijke vervolging mag ontkomen.
De veiligheidsdirecteur van Boeing, Mike Delaney, verscheen donderdag voor de federale rechter in de Amerikaanse staat Texas. Hij hield in zijn pleidooi vast aan een schikking die in eerder werd gesloten met het justitie. Daarin erkent Boeing dat er wel degelijk fouten zijn gemaakt, iets wat Delaney donderdag alsnog in twijfel trekt. Het bekennen was destijds echter een eis van justitie om tot een schikking te komen.
Daarmee kreeg Boeing ook juridische immuniteit, wat tegen het zere been is van de nabestaanden. Zij willen dat het handelen van Boeing strafrechtelijk wordt vervolgd en dat de schikking wordt ontbonden, ook al hebben zij volgens die schikking recht op een totaalbedrag van een half miljard dollar aan schadevergoeding.
Een rechter in Texas had Boeing bevolen om toch weer naar de rechtbank te komen. Deze rechter oordeelde in oktober al dat mensen die zijn omgekomen bij de crashes wettelijk beschouwd moeten worden als 'slachtoffers van een misdaad'. Die aanduiding kan volgens deskundigen betekenen dat er inderdaad strafrechtelijke vervolging zou moeten komen van Boeing.
De ongelukken met de 737 MAX-toestellen in 2018 en 2019 eisten in totaal 346 levens. Daarna werd het toestel lange tijd wereldwijd aan de grond gehouden en moest Boeing technische aanpassingen doorvoeren. De kwestie heeft het concern zo al meer dan 20 miljard dollar gekost.