Nederlandse landbouwers zijn ietsje meer te porren voor de teelt van gewassen als sojabonen, lupinen, veldbonen en luzerne. Van de totale Nederlandse landbouwgrond wordt 0,5 procent gebruikt voor die zogeheten eiwitgewassen, zo meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat komt neer op ongeveer 9000 hectare.
De teelt van eiwitgewassen staat de laatste jaren meer en meer in de belangstelling. De landen binnen de Europese Unie zijn momenteel voor ongeveer driekwart van hun behoefte afhankelijk van invoer van plantaardige eiwitten. Brussel zou graag zien dat de lidstaten zelf meer van deze gewassen telen. In Nederland is sprake van een lichte toename.
De beschikbaarheid van de gewassen komt naar verwachting onder druk te staan, vooral door de toenemende vraag uit landen als China en India. Daarnaast zullen vergroeningseisen uit Brussel een grotere rol spelen in belangstelling voor de teelt binnen Europa. Een van de eisen is dat 5 procent van het bouwland moet worden ingericht als ecologisch aandachtsgebied. De teelt van eiwitgewassen voldoet aan die eis.
Van de eiwitgewassen is luzerne, dat verbouwd wordt als veevoer, veruit het belangrijkste. Die teelt beslaat in Nederland momenteel 7600 hectare landbouwgrond. Dat is fractioneel meer dan een jaar eerder. Het areaal veldbonen nam met 140 hectare toe tot 710 hectare.
Sojabonen werden vorig jaar op 540 hectare geteeld, tegen 450 hectare een jaar eerder. Ook niet-bittere lupinen worden meer geteeld. Beide gewassen dienen ook als grondstof voor veevoer. Daarbij is lupine een belangrijke grondstof voor vleesvervangers.