Bouwbedrijf Heijmans was vrijdag een van de grote verliezers op de Amsterdamse beurs. Het bedrijf kwam weliswaar met sterke halfjaarcijfers, maar moest ook miljoenen opzij zetten voor een tegenvaller in een zaak rond de bouw van hoogspanningsmasten. Betalingsverwerker Adyen was opnieuw de koploper in de AEX-index. Donderdag kwam die onderneming met sterke resultaten en beleggers zien nog meer groeimogelijkheden.
De Europese beurzen stonden in de plus na de verkoopgolf van een dag eerder. Dat kwam onder meer door koopjesjagers, want de zorgen over het economisch herstel door de opmars van Delta-variant van het coronavirus, de mogelijke afbouw van de coronasteun door de Amerikaanse Federal Reserve en de groeivertraging in China zijn nog niet verdwenen.
De hoofdindex op Beursplein 5 sloot 0,8 procent hoger op 771,41 punten. De MidKap daalde 0,3 procent tot 1082,00 punten. De graadmeters in Frankfurt en Parijs dikten tot 0,3 procent aan. De Londense FTSE-index ging 0,4 procent omhoog ondanks een onverwacht sterke afname van de Britse winkelverkopen in juli.
Heijmans zakte 7,4 procent. De bouwer zet 34 miljoen euro opzij voor een mogelijke claim van netbeheerder TenneT. Topman Ton Hillen verklaarde "extra teleurgesteld" te zijn dat de rechter die claim mogelijk maakte, vanwege de "sterke focus" van het bedrijf op risicomanagement. Concurrent BAM, die donderdag al bijna 5 procent verloor na publicatie van de resultaten, stond ook weer in de min. Dat bouwconcern verloor nog eens 2,5 procent.
Adyen (plus 3,9 procent) ging opnieuw aan kop in de AEX, na een reeks van koersdoelverhogingen. De betalingsverwerker won een dag eerder al bijna 6 procent dankzij een ruime verdubbeling van de winst in de eerste jaarhelft. Heineken was de grootste daler bij de hoofdfondsen. Onder meer door de zorgen over de Delta-variant ging de bierbrouwer 1,6 procent omlaag. Verzekeraar Aegon (min 1,2 procent) noteerde ex dividend.
In Londen werd Marks & Spencer (M&S) ruim 14 procent meer waard. De Britse retailer schroefde zijn winstverwachting op na sterke verkopen in de afgelopen maanden dankzij de versoepeling van de coronamaatregelen
De olieprijzen gingen verder omlaag door de vrees dat een trager economisch herstel de vraag naar olie zal drukken. Een vat Amerikaanse olie werd 0,6 procent goedkoper op 63,28 dollar. Brentolie kostte ook 0,6 procent minder, op 66,08 dollar per vat. De euro was 1,1680 dollar waard, tegen 1,1693 dollar een dag eerder.