De Britse oliemaatschappij BP zet nog eens 1,7 miljard dollar (1,4 miljard euro) opzij voor de betaling van schadeclaims die voortvloeien uit een ramp op een van zijn boorplatforms in de Golf van Mexico in 2010. Het bedrijf staat er volgens financieel directeur Brian Gilvary sterk genoeg voor om die extra last te kunnen dragen.
Door een explosie en brand op het boorplatform Deepwater Horizon kwamen in april 2010 elf mensen om het leven. Miljoenen liters olie stroomden in zee. Het ongeluk geldt als de grootste milieuramp in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Eind vorig jaar stond de totale rekening voor BP als gevolg van boetes en schadevergoedingen op circa 62 miljard dollar.
De extra voorziening is bedoeld voor de compensatie van ondernemers in het rampgebied die schade hebben geleden door de olievervuiling. Daarvoor loopt een schikkingsprocedure onder toezicht van de rechtbank. Omdat het einde daarvan nadert, krijgt BP volgens Gilvary beter zicht op de nog resterende claims.