Een groep Nigerianen heeft bot gevangen bij het Britse hof in een zaak tegen Shell over olielekkages. De Britse rechter zag ook in hoger beroep geen redenen de zaak in Groot-Brittannië te behandelen.
Een jaar eerder kregen vertegenwoordigers van de lokale gemeenschappen Ogale en Bille ook al nul op het rekest bij een Britse rechter. Ze hoopten de Brits-Nederlandse olie- en gasreus buiten Nigeria om op te laten draaien voor schade door olielekken. Volgens de klagers vallen de Nigeriaanse activiteiten van Shell onder de verantwoordelijkheid van het moederbedrijf en zou daarom in Groot-Brittannië verantwoording af moeten worden gelegd.
Shell heeft een belang van 30 procent in het Nigeriaanse dochterbedrijf SPDC. De Nigeriaanse overheid heeft het grootste belang in de joint venture, die veel olie en gas wint in de Nigerdelta in Nigeria.
Ogale en Bille liggen beide in de Nigerdelta, een gebied dat ernstig vervuild is als gevolg van de oliewinning. De duizenden kilometers lange oliepijpleidingen van Shell en andere oliemaatschappijen raken regelmatig lek. Volgens Shell komt dat in het overgrote deel van de gevallen door diefstal en sabotage door omwonenden.
Een eerdere zaak aangespannen door de vissersgemeenschap Bodo in de regio werd wel door een Britse rechter behandeld en mondde uit een schikking van 55 miljoen pond voor de bewoners. Veel andere Nigerianen hopen nu op die manier ook op geld.
Ook is Shell afgelopen jaar na jaren juridisch getrouwtrek begonnen met het opruimen van olie in het gebied. Dat geldt alleen voor het deel wat onder de Bodo-claim valt, de naburige gemeenschappen zijn aangewezen op de overheid en bekommeren zich niet of nauwelijks om de olieschade.
Het Britse advocatenkantoor dat de Nigerianen bijstaat laat weten in cassatie te gaan tegen de uitspraak.