De Britse industriesector roept op tot een versoepeling van de handelsbetrekkingen met de Europese Unie. "Beëindig de politisering van de handel", eiste de voorzitter van de Britse industrievereniging CBI, Karan Bilimoria, woensdag in een toespraak.
Met meer dan 40 procent van het handelsvolume is de EU nog steeds de belangrijkste en naaste handelspartner van de Britten. Na de brexit begon de nieuwe relatie echter niet zonder hindernissen. "De bureaucratie hindert bedrijven vandaag de dag nog steeds. Met name in het zeer moeilijke conflict over de speciale regels na de brexit voor Noord-Ierland, zouden er oplossingen moeten worden gevonden die het mogelijk maken vooruit te kijken, niet achterom", aldus Bilimoria.
De concrete uitvoering van deze regels is al maanden een twistpunt tussen Londen en Brussel. Noord-Ierland, dat onderdeel is van het Verenigd Koninkrijk, moet namelijk ook na de brexit de regels van de interne markt van de EU blijven volgen om een harde grens met EU-lidstaat Ierland te vermijden. Dit betekent dat alle goederen die vanuit Groot-Brittannië (Engeland, Wales en Schotland) Noord-Ierland binnenkomen moeten voldoen aan de Europese regels. Die afspraak is volgens Londen echter onwerkbaar.
De Britse brexitminister David Frost dreigde eind vorige week na topoverleg in Brussel opnieuw de brexitafspraken over Noord-Ierland in te trekken als niet een "duurzame oplossing" voor het handelsconflict met de EU over het Britse landsdeel wordt gevonden. Frost ontvangt deze week EU-commissaris Maroš Šefčovič in Londen om de onderhandelingen voort te zetten.
De voorzitter van de Britse industrievereniging riep de regering ook op om de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling te verhogen om een inhaalslag te maken ten opzichte van andere landen. Ook bekritiseerde Bilimoria de verhoogde vennootschapsbelasting als gevolg van de coronapandemie. Het Verenigd Koninkrijk heeft volgens hem nu de hoogste belastingdruk in zeventig jaar.