De Britse inflatie is in augustus opgelopen tot het hoogste niveau in meer dan negen jaar. Britten waren gemiddeld 3,2 procent duurder uit voor goederen en diensten dan in dezelfde maand een jaar geleden. Vooral in hotels en restaurants gingen de prijzen hard omhoog, maar ook voor bijvoorbeeld benzine, tweedehands auto's en woninghuur moest flink meer worden uitgegeven.
Bij de toegenomen prijzen in de horeca speelt mee dat Britten daar een jaar geleden nog erg voordelig uit waren door een soort kortingensteunactie van de overheid in verband met de coronacrisis. Maar veel Britse bedrijven hebben de laatste tijd ook te maken met personeelsgebrek, wat de lonen opdrijft. Ook zijn de grondstofprijzen de laatste tijd flink gestegen. Verstoringen van toeleveringsketens kunnen bij bedrijven eveneens voor hogere kosten zorgen, die weer doorberekend kunnen worden aan de consumenten.
Het nieuwe inflatiecijfer zet extra druk op de Britse centrale bank om zijn steunmaatregelen voor de economie af te bouwen. Dat de Bank of England daar ook over nadenkt, werd begin vorige maand duidelijk. Toen stelde de centrale bank dat het relatief hoge prijsniveau waarschijnlijk van tijdelijke aard zal zijn, maar dat op den duur een "bescheiden verkrapping" van het monetaire beleid waarschijnlijk wel nodig zal zijn. De verwachting is dat de inflatie bij de Britten komende tijd nog verder op zal lopen.