Het Britse leger start maandag met de bevoorrading van tankstations in het hele land. Dat heeft de Britse overheid besloten in de hoop een einde te maken aan het aanhoudende brandstoftekort bij pompstations. Dat ontstond door een tekort aan vrachtwagenchauffeurs. Bijna tweehonderd legermedewerkers, onder wie honderd chauffeurs, worden ingezet om brandstof te distribueren, aldus de overheid in een verklaring.
De overheid neemt ook extra visamaatregelen om buitenlandse chauffeurs aan te trekken. Driehonderd chauffeurs mogen meteen komen en de regeling voor noodvisa van transportchauffeurs wordt verlengd naar volgend jaar. Bedrijven hadden tot extra maatregelen opgeroepen omdat de eerdere maatregelen, die tot eind dit jaar zouden gelden, onvoldoende bleken om de brandstofcrisis het hoofd te bieden. Door de pandemie en de brexit heeft het Verenigd Koninkrijk een groot tekort aan vrachtwagenchauffeurs. Volgens de overheid is er daarnaast ook een "ongekende vraag" naar brandstof.
Premier Boris Johnson hoopt intussen met de maatregelen ook zijn partijgenoten op de aanstaande jaarlijkse bijeenkomst van de Conservatieve Partij te kalmeren en te laten zien dat de regering de zaak onder controle heeft. Volgens de Britse branchevereniging voor pomphouders Petrol Retailers Association (PRA) zal het weken duren voordat de brandstofvoorraad van de pompstations weer op niveau is. Ruim een kwart van de pomphouders had volgens de PRA eerder deze week geen benzine meer.
Volgens de overheid wordt er meer brandstof naar de pompen gebracht dan er verkocht wordt en is er geen landelijk brandstoftekort. Het straatbeeld zegt wat anders. Sommige pompstations zijn gesloten of hebben bordjes hangen dat er geen brandstof meer te koop is, met name in hoofdstad Londen. Ook zijn er lange wachtrijen bij pompstations. Er waren al opstootjes tussen automobilisten vanwege het brandstoftekort. Sommige mensen vullen zelfs waterflessen met brandstof.