De Britse zakenman Mike Lynch is er niet in geslaagd zijn uitlevering aan de Verenigde Staten tegen te houden. De techondernemer, die verdacht wordt van misleiding rond de verkoop van zijn bedrijf aan Hewlett-Packard, ging in beroep tegen de beslissing van de Britse regering om hem over te dragen aan de Amerikaanse autoriteiten. Maar het Londense High Court ging niet mee in zijn protest.
Lynch verkocht zijn databedrijf Autonomy in 2011 voor 11 miljard dollar aan hardware- en softwarebedrijf Hewlett-Packard, maar dat concern moest in 2012 alweer 9 miljard dollar afschrijven op dat onderdeel. Het Amerikaanse bedrijf beschuldigt Lynch ervan te hebben geknoeid met de boekhouding van Autonomy om zo de waarde van het bedrijf op te drijven. In de VS moet Lynch, ooit gezien als het Britse antwoord op Microsoft-oprichter Bill Gates, zich verdedigen tegen in totaal zeventien aanklachten vanwege de omstreden deal.
Advocaten van Lynch voerden aan dat hij in het Verenigd Koninkrijk terecht moet staan. Een instantie die grote fraudezaken onderzoekt, het Serious Fraud Office (SFO), zou daar de aangewezen partij voor zijn geweest. Maar advocaten van de Amerikaanse regering brachten daar tegenin dat het SFO de vervolging van Lynch al aan Amerikaanse openbaar aanklagers had overgedragen.
Lynch heeft altijd ontkend schuldig te zijn aan misleiding. Hij onderzoekt volgens een woordvoerder de opties om nog tegen de beslissing van het High Court te procederen, waaronder een mogelijke stap naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.