De Amerikaanse concurrentiewaakhond FTC beëindigt een van zijn rechtszaken tegen de overname van gamebedrijf Activision Blizzard - bekend van het populaire schietspel Call of Duty - door Microsoft. Eerder mislukte een poging van de FTC om die overeenkomst ter waarde van 69 miljard dollar via de rechter te blokkeren.
De nu ingetrokken zaak speelde bij een interne rechtbank bij de FTC. De beslissing geeft de toezichthouder, Activision en Microsoft mogelijk de ruimte om te werken aan een compromis.
Na de nederlaag in de andere procedure, voor de rechtbank in San Francisco, ging de FTC in hoger beroep. Ook daar kreeg de marktautoriteit een tegenslag te verwerken, want de beroepsrechter wees de eis af om het overnameproces op te schorten zolang er geen eindoordeel was.
Over de overname van Activision is veel ophef omdat Microsoft met de Xbox zijn eigen spelcomputer heeft en toezichthouders bang zijn dat spellen van Activision straks alleen nog maar voor die eigen console zullen verschijnen. Daarbij spelen ook zorgen dat Microsoft te machtig wordt als aanbieder van games in de cloud.
Microsoft heeft nu wel een deal met Sony gesloten dat Call of Duty ook na de overname blijft verschijnen op de PlayStation-computers van het Japanse technologieconcern. Dat zou moeten helpen met het wegnemen van zorgen bij toezichthouders over het verstoren van concurrentie.
Microsoft en Activision verlengden woensdag de deadline voor het sluiten van de overname tot 18 oktober. De oude deadline verliep dinsdag. Microsoft krijgt daardoor drie maanden langer de tijd om alle benodigde goedkeuringen van toezichthouders rond te krijgen. Verder hebben de partijen afgesproken dat het bedrag dat Microsoft moet betalen aan Activision als de deal toch niet doorgaat, wordt verhoogd naar 3,5 miljard dollar. Dat was eerder 3 miljard dollar.