De Europese Commissie wil af van de bergen kleding, apparaten en andere spullen die Europeanen aan de lopende band afdanken. Al dat afval is niet alleen slecht voor klimaat en milieu, de unie verbruikt ook in razend tempo schaarse grondstoffen. Door hergebruik kan de EU planeet en portemonnee sparen én minder afhankelijk worden van leveranciers als Rusland, stelt vicevoorzitter Frans Timmermans.
Als je wilt voorkomen dat een product in een ommezien op vuilnisbelt of in verbrandingsoven belandt, moet je volgens Timmermans bij het begin beginnen: bij het ontwerp. Er zijn al ontwerpeisen voor bijvoorbeeld waterkokers en haardrogers, maar de commissie wil die voor nog veel meer goederen. Bijvoorbeeld voedsel en medicijnen blijven buiten schot.
De consument is spekkoper, denkt de commissie. De plannen moeten ergernis schelen over de zoveelste telefoon die het in een mum van tijd opgeeft en niet te repareren valt. Ook de energierekening moet lager uitvallen. De al bestaande eisen drukten die het afgelopen jaar al met 120 miljard euro, zegt het dagelijks bestuur van de EU. En tegen 2030 kunnen de nieuwe regels de EU nog eens zoveel energie besparen als Rusland nu levert aan gas.
De commissie wil beginnen met producten als kleding, meubilair, matrassen en banden, maar ook materialen als ijzer, staal en aluminium komen waarschijnlijk meteen in aanmerking. Zij wil de vernietiging van onverkochte kleding en zo nodig ook andere producten kunnen verbieden. Grote fabrikanten moeten in ieder geval openbaar maken hoeveel onverkochte spullen naar de stort gaan.
De producten krijgen een digitaal 'productpaspoort' waardoor kopers en reparateurs kunnen zien hoe ze in elkaar zitten, als het aan de commissie ligt. Consumenten worden beter geïnformeerd, bijvoorbeeld met een 'duurzaamheidsetiket' naar het voorbeeld van het snel ingeburgerde energielabel.
Aan kleding en ander textiel besteedt de commissie speciale aandacht. Door die bijvoorbeeld minder vaak te maken van gemengde stoffen kunnen die gemakkelijker een tweede leven krijgen.
De plannen moeten nog de zegen van de EU-landen en het Europees Parlement krijgen. Fabrikanten, die door de vergankelijkheid van hun spullen steeds weer nieuwe producten aan de man kunnen brengen, zullen ze waarschijnlijk niet zomaar willen slikken.